Staat van het SBO
Met deze Staat van het Onderwijs komt nog meer focus op basisvaardigheden (taal, rekenen en burgerschap).
Binnen twee jaren moet er concrete resultaten zijn. Het ministerie stemt hiermee in en geeft aan dat dit naast vergroten kansengelijkheid het belangrijkste thema wordt.
We begrijpen deze zienswijze, maar roepen op tot een bredere discussie over basisvaardigheden.
Een leerling moet in staat zijn om te kunnen leren. Het moet o.a. kunnen plannen, voldoende motivatie hebben en zich moeten kunnen concentreren.
In ons soort onderwijs hebben we nog meer een samenspel van een krachtige pedagogische aanpak, een rijke schooldag, het werken aan ‘het leren leren’ en daarbij dan de mogelijkheid (en plicht) om (natuurlijk) ‘de basisvaardigheden’ te ontwikkelen.
We willen voorkomen dat er door nog meer te sturen op alleen meetbare ‘basisvaardigheden resultaten’, er een afrekencultuur zou ontstaat die negatief uitpakt voor onze leerlingen.
Hieronder informeert de inspectie je (o.a.) over de hoofdlijnen van de staat van het speciaal basis onderwijs.
Ze gaan onder andere in op het lerarentekort, kansenongelijkheid, mogelijke oplossingen voor knelpunten en de aandacht die nodig is voor kwetsbare leerlingen.
Voor de inspectie (en de wet) valt het SBO onder primair onderwijs (WPO).
Voor meer informatie verwijzen ze je naar het hoofdstuk over (speciaal) basisonderwijs