Wendbaarheidsagenda (middel)langetermijnaanpak COVID-19
Vanwege de coronacrisis moet het onderwijs creatieve oplossingen bedenken, zowel op het gebied van voorspelbare regimes als wendbaarheid van het onderwijsstelsel.
OCW werkt de komende tijd daarom aan een wendbaarheidsagenda op basis van verschillende scenario’s.
Schoolbestuurders, onderwijspersoneel, ouders en leerlingen kunnen hun input hiervoor leveren via een peiling over de ervaringen met de coronamaatregelen in de afgelopen twee jaar.
De peiling is in te vullen tot 14 mei.
De uitwerking van de wendbaarheidsagenda is onderdeel van de (middel)langetermijnaanpak COVID-19 voor het onderwijs.
De ministers van onderwijs sluiten daarmee aan op de vier scenario’s die het kabinet eerder presenteerde.
Met de vier scenario’s wordt getracht om meer voorspelbaarheid te bieden bij mogelijk volgende oplevingen van het virus.
Strategie
Centraal uitgangspunt van het (middel)langetermijnstrategie COVID-19 is wat er voor nodig is om de functies van het onderwijs te allen tijde doorgang te kunnen laten vinden, ook bij heroplevingen van het virus of een andersoortige crisis.
Dit om leervertragingen te voorkomen en in te lopen, te werken aan structurele uitdagingen in het onderwijs en met oog op het mentaal welbevinden van leerlingen en onderwijspersoneel.
De hoofdlijnen in het plan zijn:
- Elke leerling krijgt goed onderwijs, ook gedurende een crisis; bij voorkeur gaat het onderwijs fysiek door, en anders op afstand.
- Overheid en schoolbesturen zorgen via preventieve maatregelen voor veilige scholen.
- Er komt duidelijkheid op welke scenario’s (die denkbaar zijn in de ontwikkeling van deze epidemie) scholen zich voor moeten bereiden, waardoor scholen panklare draaiboeken kunnen uitwerken.
- Er is een agenda om de wendbaarheid van het onderwijs te vergroten, en daarmee de impact van een nieuwe crisis op het onderwijs te beperken.
De besluitvorming over nadere invulling van de scenario’s zou uiterlijk 1 juli moeten plaatsvinden. Van scholen wordt verwacht dat zij draaiboeken gaan uitwerken voor elk scenario.
In het draaiboek wordt specifiek vastgelegd wat elk scenario met bijbehorende maatregelen betekent voor de school, wat er moet gebeuren, door wie en wanneer.
Indien wenselijk kunnen zij daarbij gebruik maken van de richtlijnen die centraal worden vastgesteld, maar er is ook ruimte voor eigen invulling.
Scholen wordt daarbij ook gevraagd om in ieder scenario uit te werken welke activiteiten ze ondernemen om aandacht te besteden aan de executieve functies en het sociaal-emotioneel welbevinden van hun leerlingen.