Resultaten en reflecties op vier jaar Sterk Techniekonderwijs (STO)

06-11-2025
Een sterke technieksector is essentieel voor de economische ontwikkeling, innovatiekracht en verduurzaming van Nederland en vraagt om goed en toegankelijk technisch onderwijs dat aansluit op de behoeften van het mbo en de arbeidsmarkt.

Daarom is er met het programma Sterk Techniekonderwijs (STO) tussen 2018 en 2024 jaarlijks 100 miljoen euro geïnvesteerd in het versterken van het technisch vmbo, en in 2018 is besloten dit bedrag structureel jaarlijks te investeren.  Dit betreft een structurele impuls voor kwaliteitsverbetering die ook na 2024 is voortgezet in een nieuwe regeling. Het doel is om via regionale samenwerking tussen basisscholen, het vmbo, mbo en het bedrijfsleven te komen tot een duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand technisch onderwijsaanbod.

Toegankelijk en landelijk dekkend

De achterliggende gedachte is dat toegankelijk en landelijk dekkend technisch onderwijs alleen in samenwerking te realiseren is, ook vanwege de uitdagingen waar het onderwijs voor staat zoals bijvoorbeeld een (dreigend) lerarentekort. In een monitor- en evaluatieonderzoek zijn de invulling en impact van STO in de eerste periode tot en met 2024 onderzocht.

De hoofdvraag van het onderzoek luidt: In hoeverre heeft de eerste fase van het programma Sterk Techniekonderwijs (2020–2024) bijgedragen aan het realiseren van duurzaam, dekkend en kwalitatief hoogstaand technisch onderwijs in de regio’s, en wat is de merkbare en meetbare impact hiervan op de betrokken actoren (leerlingen, docenten, scholen, bedrijven en regio’s)?

Verdiepende casestudies en lesobservaties

In bijgevoegd eindrapport het verslag van dit onderzoek, waarin een mix van kwantitatieve en kwalitatieve instrumenten is toegepast. Er zijn verdiepende casestudies en lesobservaties uitgevoerd, vragenlijsten afgenomen onder programmaleiders en lesgevenden in de profielen in het vmbo, en er zijn analyses uitgevoerd op data die betrekking hebben op leerlingstromen, ervaringen van leerlingen en beschikbaarheid van docenten (DUO, VO-monitor en IPTO). We vatten de resultaten thematisch samen.